Niet meer NIETEN
“Vanochtend kwam mijn zoon naar beneden. Hij was niet chagrijnig.”
Vraagje: weet jij nu hoe hij zich voelde?
Nee, dat weet je uiteraard niet met deze informatie. Hij was in ieder geval niet chagrijnig. Maar was hij dan vrolijk, boos, bang, verdrietig of noem maar iets op? Dat wordt namelijk niet verteld, dat is niet duidelijk.
En toch, hoe vaak hoor je mensen zeggen: “Dat vind ik niet fijn”, “Dat voelt niet goed”, “Dat is niet zo leuk”, enzovoorts. Daarmee líjkt iemand iets duidelijk te maken maar in feite zegt de persoon niets over hoe hij of zij zich precies voelt.
Er bestaat een kaart, de zogenaamde ‘moodmeter’ (Marc Bracket, 2020) waarop 100 gevoelswoorden staan (zie hieronder). In het bovenstaande voorbeeld over mijn zoon benoem ik zijn gemoedstoestand als ‘niet chagrijnig’ maar ik vertel niet hoe hij zich wél voelt. Dus blijven er nog minstens 99 mogelijkheden over.
Nu is dit een redelijk onschuldig voorbeeld. Maar als het er écht om gaat aan te geven hoe je iets beleeft en je daarbij het woord ‘niet’ gebruikt, dan vermijd je in zekere zin het durven benoemen van hoe iets wél voor je is. Met het woord ‘niet’ maak je een omtrekkende beweging. Mensen die zich regelmatig op de ‘niet-wijze’ uitdrukken hebben in de regel moeite om zichzelf te laten zien en aan te geven wat ze echt van iets vinden.
Is dit herkenbaar voor je?
Stop daarom met nieten. Deel vooral met de ander wat er wel is. Zeg dus niet: “Dat vind ik niet fijn” (1) maar “Ik baal hier van”. En niet “Dat is niet zo leuk” maar “Dit stoort me.” Dan ben je veel duidelijker. Of niet?
(1)
Een kleine nuancering is hier wel op zijn plaats. Om gelijk over iets te zeggen “Ik baal hier van” kan voor de ontvanger te direct zijn. En dat kan verstorend werken op de relatie. De ontwijkende ‘niet-vorm’ kan als opmaat gebruikt worden. Maar alleen als het een voorzet is naar de ‘wel-vorm’. De finetuning en de afstemming in wat je wanneer zegt laten zich leiden door de praktijk en niet door een artikeltje zoals dit.
